zondag 28 februari 2016

Lijkwades, coconnen en drapering

Op dit moment ben ik druk bezig met het testen van technieken en vormen die ik wil gaan gebruiken in mijn objecten.

Ondertussen werk ik verder aan het maken van lijkwades en coconnen.

Het begraven op een natuurlijke begraafplaats komt bij een groeiende groep mensen in de belangstelling. Er zijn steeds meer gebieden die gebruikt worden als natuurbegraafplaats. Veelal een bos waar je als je er wandelt, in eerste instantie niet merkt dat je op een begraafplaats loopt.
Natuurbegraven betekent dat het lichaam op een organische manier gegeven wordt aan de aarde.
Soms gemarkeerd met een zwerfkei(tje) of een houten monumentje.

Voor het bewust omgaan met natuur en materialen kun je er voor kiezen om op een baarplank van hout of gevlochten wilgentenen, gewikkeld in een lijkwade van natuurlijke vezels begraven te worden.Want sinds de wet op de lijkbezorging in 1991 is gewijzigd is het niet meer verplicht de dode in een kist te begraven. De wades worden gemaakt van katoen of linnen met eventueel zijde. Ook verwerken van wol is een mogelijkheid.



Het opbaren waarbij je gebruik maakt van een wade roept ook toegankelijkheid en zachtheid op.
Je kunt ervoor kiezen om bijvoorbeeld de wade deels te bedekken of te versieren met vilt.
Een dunne doek van vilt eventueel met zijde is ook erg geschikt als drapering.

Mocht je een alternatief voor een traditionele kist kiezen, bijvoorbeeld een van wilgentenen gevlochten mand is het ook heel mooi daarin gebruik te maken van dun vilt.